Dit is een erfelijke aandoening die vaak voorkomt en gepaard gaat met tranende ogen en erge jeuk. Het wordt ook in verband gebracht met omgevingsfactoren. Deze aandoening komt het vaakst voor op de leeftijd tussen de 6 maanden en 3 jaar en vooral bij teven van het Terriërtype zoals de Westie, Jack Russel, Cairn Terriër...

In het begin is de aandoening streek- of seizoensgebonden, daarna kan het het hele jaar voorkomen. De oorzaak is een overgevoeligheid voor bepaalde ingeademde stoffen. De honden hebben jeuk en irritatie aan de snuit, buik, tenen, waaraan ze dan weer gaan likken of bijten. Dit kan tot gevolg hebben dat ze een bacteriële bijbesmetting krijgen.